Nicolaaskerk in Odijk krijgt botje van Sinterklaas

Nicolaaskerk in Odijk krijgt botje van Sinterklaas

Een stukje bot van de enige echte Sinterklaas is aangekomen in Odijk. Bert Staal, actief lid van de pastoraatsgroep en touwtrekker om het botje naar Odijk te krijgen was er een jaar druk mee. En hij is supertrots: “Misschien wordt Odijk nu wel een bedevaartsoord.”
De meeste mensen associëren Sint Nicolaas met pepernoten, marsepein, Dieuwertje Blok en hyperactieve kinderen, maar voor Bert Staal is de heilige Nicolaas een ware volksheld. En ook al is de goedheiligman al 1680 jaar dood, hij is al die jaren vereerd en bewonderd door katholieken over de hele wereld. Op Berts studeerkamer staat het vol boeken over Jezus, Maria én Nicolaas. “En dat we nu in Odijk een stukje rib hebben van de échte Sint Nicolaas, dat is absoluut het hoogst haalbare.”
Op een geheime locatie (‘wil je mijn adres er niet bij zetten?’) in het dorp wordt het relikwie zorgvuldig bewaard door Bert. Pas na de officiële inwijding door de hulpbisschop van Utrecht zal na een uitgebreide dienst het relikwie een plekje krijgen in een speciaal getimmerd vitrinekastje in de achterwand van de Nicolaaskerk.
Het stukje rib komt oorspronkelijk uit de abdij van Egmond waar al een groter stuk rib van Sinterklaas ligt. Vorig jaar deed Egmond al een reliek van de Sint cadeau aan de Amsterdamse Sint Nicolaasbasiliek bij het Centraal Station, als cadeautje. De Amsterdammers vierden dat Sint Nicolaas 750 jaar beschermheilige van de stad was. En dat bracht Bert op een idee. Want waarom zou ook zijn kerk in Odijk geen stukje bot kunnen krijgen? “Ons Krommerijndorp zal toch geen slachtoffer worden van het Calimero-effect?”
Bijna een jaar lang was Bert ermee bezig, hij schreef een brief naar Egmond en kreeg al vrij snel een positief antwoord terug. Na overleg met de bisschop en de pastoor werd het hele proces in gang gezet. En nu is het botje van 1,5 cm dus gearriveerd in Odijk. “Ik bewaar het zolang op mijn studeerkamer in een kistje.”

Trots

Pastoor Fred Hogenelst is erg trots. “Het is een overblijfsel van een heilige. Dat kan een botje zijn of een stukje van een mantel. Je kunt het vergelijken met een foto van je overleden opa of oma. Dit reliek helpt ons erg sterk om in gebed bij de heer te komen.”

Bedevaartsoord

Dat de kerkbanken leeglopen is al jaren een probleem en volgens Hogenelst zijn kerken constant op zoek naar nieuwe manieren om het geloof impulsen te geven. En daar kan dit reliek mogelijk bij helpen. “Mensen denken toch van: daar in Odijk is dat reliek van Sint Nicolaas, laten we daar eens gaan kijken. Wie weet wordt Odijk een bedevaartsoord, dat sluit ik niet uit.”

Wel echt?

En hoe weet je of een botje van 1680 jaar oud wel écht van Sint Nicolaas is? “De katholieke kerk heeft altijd een goede administratie gehad. Bij dit relikwie krijgen we ook een echtheidscertificaat. Daarnaast worden er ook dinosaurussen van 50 miljoen jaar oud opgegraven en tentoongesteld, dus ik kan wel met zekerheid zeggen dat dit botje echt is.” Bert zelf gelooft er ook heilig in dat het botje echt is. “Als mensen twijfelen zeg ik altijd maar: je weet maar nooit. Dus ik geloof het!”

Voor de eeuwigheid

Het relikwie krijgt op 4 december een plekje in de Nicolaaskerk aan het Sint Nicolaasplein in het dorp. Tijdens een speciale dienst zal hulpbisschop Hermanus Willibrordus Woorts het relikwie inwijden. “En daarna blijft het hier voor de eeuwigheid bewaard in Odijk.”

 

Gerelateerd aan:

Reacties

Scroll naar boven